Onderstaande getuigenis is voorbereid door de Appèlkring kerkelijk belijden, waaraan deelnemen ds. A. S. Rienstra en ds. D. Westerneng (CGB), ds. L. den Breejen en ds. J. van Walsum (CV), drs. R. H. Kieskamp en drs. P. J. Vergunst (GB) en H. van Essen (EW).
Getuigen van de ene Naam, die ons tot redding gegeven is – dát willen wij in onze verwarrende tijd, waarin veel mensen het spoor bijster zijn, de samenleving op drift is, de kerk meer en meer in de marge wordt gedrongen en bijbelse waarheden ontkracht worden. Getuigen van Jezus Christus, onze Here en Heiland. Zijn Naam geeft ook vandaag hoop aan mensen. Hij maakt de verwachting die Zijn Naam wekt, nog steeds waar. Onze christennaam doet helaas al te vaak afbreuk aan het werk van Christus, haalt Zijn hoge Naam naar beneden. Wij belijden onze schuld daarover. Des te meer is onze hoop daarom gevestigd op de Naam boven alle namen, Jezus Christus.
De kerk heeft de tijd nooit mee gehad. Maar vandaag lijken de tegenkrachten van het evangelie wel heel sterk te zijn. In de samenleving groeit de weerstand tegen de waarheid van Gods Woord, onder andere vanwege een pluralistisch denken. Een guur klimaat heerst in ons land: bevolkingsgroepen die tegenover elkaar komen te staan, individualisme, intolerantie. Tegelijk is er de genotscultuur met een leef-maar-raak mentaliteit, die de gemeenschapszin verstoort. Dit alles lijkt elke voedingsbodem voor het evangelie onvruchtbaar te maken. Dat leefklimaat raakt ook ons. Wij staan net zo goed bloot aan de invloed van de geest van de tijd.
Toch willen we die tijdgeest weerstaan. Ondanks alles houden we vertrouwen in de vernieuwende kracht van het evangelie, waardoor liefde en saamhorigheid ontstaan. We hebben in Jezus immers een machtige Redder, die Here is en leven geeft.
De tijd hebben we tegen, maar we geloven dat we Christus mee hebben. Hij is onze God en Heiland, aan Wie alle macht in hemel en op aarde gegeven is.
De kerk heeft ook zichzelf niet mee. Verdeeldheid en verscheurdheid verlammen haar in het volgen van haar eerste roeping: getuige te zijn van Jezus Christus in een wereld vol nood. Halfslachtigheid en slappe knieën ondermijnen haar vitaliteit. Rationele en bijbelkritische schema's verhinderen haar de Schrift in haar volle inhoud open te leggen. Zo dreigt de Heilige Geest vleugellam te worden. Zelfgenoegzaamheid en activisme beletten haar in diepe afhankelijkheid te vertrouwen op Hem die gezegd heeft: ‘Zonder Mij kunt U niets doen.’
Wij zijn deel van die kerk, hebben verdriet om haar én weten ons medeschuldig aan de verdeeldheid, de halfslachtigheid, de zelfgenoegzaamheid. Daarom stellen wij onze hoop op Christus alleen. Hij is de Koning van de kerk en het Hoofd van Zijn gemeente. Hij zal niet laten varen het werk van Zijn handen.
De kerk heeft ook ons niet mee. We zijn geboren zonder antenne voor het evangelie. Wij groeien op in een wereld die naar God niet vraagt. Gebeurtenissen die alle vormen van menselijkheid schenden, verbijsteren ons. We zijn daar dagelijks getuige van. Demonische machten die zich manifesteren, bezorgen ons angst. De woestijn rukt op.
Toch geven wij de moed niet op en blijven wij onze hoop vestigen op Jezus Christus.
Hij heeft op Golgotha alle woestijnleven doorleden.
Hij is de weg van vernedering gegaan.
Hij heeft de gestalte van een dienstknecht aangenomen.
Hij heeft Zijn leven gegeven voor een wereld verloren in schuld.
Maar… God heeft Hem opgewekt op de derde dag, de morgen van Pasen, zodat de deur naar het paradijs wagenwijd openstaat. Hij is de levende Christus, die zegt: ‘Ik leef en U zult leven’ (Johannes 14:19). Hij is vol kracht om mensen het leven te verlenen en hen het geloof in het evangelie te schenken. Hij is het Licht der wereld. Hem verwachten wij in de nacht, totdat de volle morgen van Zijn wederkomst aanbreekt.
Wij roepen daarom alle gemeenten die samen de Protestantse Kerk in Nederland vormen, maar ook andere gemeenten en kerken, krachtig en indringend op om volstrekt getrouw te zijn in het belijden van Christus, in het getuigen van deze Here.
Hij is de Overwinnaar van dood en hel.
Hij is de Verzoener van zonde en schuld.
Hij is de Heelmaker van het gebrokene.
Hij is de Rechter van hemel en aarde, die het laatste woord heeft in ieder mensenleven. Tot hen die gelovend bij Hem schuilen, zal Hij zeggen: ‘Komt binnen in Mijn Koninkrijk van licht en leven’. Tot hen die Hem ongelovig verwerpen zegt Hij: ‘Gaat weg van Mij in de eeuwige nacht van de dood’.
Deze Rechter wil niets liever dan onze Redder zijn. Nog altijd laat Hij elke zondag het evangelie preken en daarin Zijn uitnodiging horen. Nog klopt Hij op de deur van ons hart en wil Hij door Zijn Geest kracht geven om vrijwillig die deur voor Hem open te doen. Hij wil het in ons leven voor het zeggen hebben, ons leiden op Zijn weg en zo de reis van ons leven bepalen. Daarom leggen wij ons leven in Zijn handen, want Hij is de meest liefdevolle Heerser die er bestaat. Hij doet ons, gebonden aan Hem en Zijn Woord, in ware vrijheid leven en inspireert ons tot het gebed voor kerk, land en volk.
Hem willen wij prijzen. Hij is gezonden door God de Vader en in Hem daalde God reddend neer.
Hem willen wij dienen, want midden in onze wereld heeft Hij geleefd, in ons door de zonde verloren leven is Hij gekomen.
Hem willen wij eren, want Hij is als God en mens onze enige troost in leven en in sterven.
Hem willen wij liefhebben want Hij heeft ons eerst liefgehad.
Hem willen wij gehoor geven, want Hij was gehoorzaam tot in de dood.
Hem willen wij volgen,want in een wereld die zucht onder haar nood, leidt Hij ons liefdevol voort en brengt ons voor eeuwig thuis.
Hij is Gods liefde in eigen persoon en geeft hoop aan hopelozen.
Hij is de Bron van leven die blijft stromen voor mensen die zoeken naar het ware geluk.
Hij is vol vergeving en genade voor allen die geen raad weten met hun schuld voor God.
Hij doorbreekt onze schijn-rust en geeft ons de ware vrede door de verzoening met God.
Hij geneest ons van vijandige boosheid en schenkt ons Zijn helende liefde.
Hij rechtvaardigt zondaren, zonder hun zonden te rechtvaardigen.
Hij geeft hen die geloven vreugde in Zijn vergeving en schenkt hen kracht om het kwaad te ontvluchten.
Hij heeft de wereld lief ter verzoening en helpt ons het goede voor haar te zoeken.
Hij geeft hoop aan een samenleving die bol staat van schreeuwende armoe en leegheid.
Zonder Hem hebben wij geen been om op te staan, heeft de kerk geen bestaan.
Zonder Hem zijn wij opgesloten in het platte vlak van horizontaal leven.
Zonder Hem verliezen normen en waarden hun basis.
Zonder Hem is er geen werkelijke hoop op een hoopvol bestaan.
Zonder Hem zijn wij overgeleverd aan de waan van de dag en de machten van angst en ontreddering.
Zonder Hem wordt het leven hard.
In Hem vinden wij kracht om onze hoogmoedige eigenwaan af te leggen, want Hij heeft Zich tot in de diepste diepten vernederd.
In Hem ontdekken wij dat God genadig is en Zijn verbond bewaart, want Hij is de Middelaar die als eerste ons opzoekt.
In Hem gaat Gods onstuitbare liefde voort, want Zijn plannen brengt Hij ten uitvoer.
In Hem houden wij hoop voor de mensen, want Hij heeft macht hen tot Zich te bekeren.
In Hem is alles te vinden wat culturen herschept en volkeren doet geloven.
In Hem zien wij perspectief voor een aarde die ten prooi lijkt te vallen aan chaos. Chaos in de schepping die zucht en in een cultuur die stuurloos is.
Jezus is Overwinnaar, de wereld komt Hem toe.
Jezus heeft recht op totale toewijding van allen die Hem belijden.
De kerk is geroepen de heerschappij van Christus te laten zegevieren in alle facetten van haar handelen.
Zo zal de Heilige Geest wind in de zeilen geven.
Jezus geeft als Enige vrede met God.
Jezus is als Enige hoeksteen van de kerk en scharnier van elk kerkelijk belijden.
Naar Hem zien wij uit, die als Bruidegom bezig is ons te tooien als bruid.
Hem zij de glorie met de Vader en de Geest, drie-enig God tot in eeuwigheid.
De besturen van het Confessioneel Gereformeerd Beraad
de Confessionele Vereniging
de Gereformeerde Bond
de Stichting Evangelisch Werkverband
Gespreksvragen
1. Wij hopen op Jezus Christus, de ene Naam die ons tot redding gegeven is, in een verwarrende tijd. Zo kunt u ons appel samenvatten. Ervaart u deze belegering door de boze, maar ook de krachtige aanwezigheid van de HERE op deze manier? Lees bijvoorbeeld 2 Koningen 6:15-18 en Romeinen 8: 31-39. Of zou u uw hoop op God anders verwoorden?
2. Individualisme en genotscultuur ondermijnen het gelovig leven vanuit het Evangelie. Dat is niet alleen een klacht over onze maatschappij, maar ook over de kerk zelf. Kunt u voorbeelden van gebeurtenissen noemen waaruit dit blijkt? Is dit een probleem van ‘de maatschappij’ of ook van ‘uw eigen (kerkelijk) leven’?
3. Zelfgenoegzaamheid en activisme beletten ons ons leven in handen van onze Redder te leggen en om vanuit de kracht van Gods Geest in de zekerheid van het geloof te leven. Hoe staat u tegenover deze stelling: We kunnen pas op de juiste wijze actief worden, als we erkennen, dat we onszelf vaak overschatten en dat we onze schuld tegenover God dreigen te onderschatten? Lees bijvoorbeeld Romeinen 3:21-26 en 2 Corinthe 5:14-21. Of ligt het probleem volgens u ergens anders?
4. In het tweede deel van het Appel ligt de nadruk op de lofprijzing van God. De kern van het belijden is, dat we de HERE loven om wie Hij is. In het verwonderd zingen tot Gods eer vindt de kerk haar kracht om te getuigen naar en bewogen te zijn met de wereld. Bent u het eens met deze stelling? Welke psalmen, gezangen of liederen spelen een belangrijke rol in uw belijden?
(27 april 2005)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten